‘Doe dingen waar je energie van krijgt!’

853 keer bekeken 0 reacties

Een klein wonder. Zo omschrijft Yge ten Kate de snelle groei van OER, het programma Opwek van Energie op Rijksvastgoed. Hier zette hij de afgelopen jaren zijn kennis en kunde in op het gebied van netbeheer.

Vlak voor zijn pensioen spreken we hem over zijn tijd bij Rijkswaterstaat en over zijn rol bij het onderwerp netbeheer. Welke kennis en inzichten heeft hij opgedaan en hoe kijkt hij naar de toekomst van OER?

Vijftien jaar geleden stapte Yge voor het eerst bij Rijkswaterstaat naar binnen. Bij het RIKZ (Rijksinstituut voor Kust en Zee, een voormalig dienstonderdeel van RWS) werkte hij als interim programmamanager aan het WaterInnovatieprogramma (WINN). Na zijn betrokkenheid bij de opzet van het LEF Future Center in Westraven, kwam Yge in 2016 terecht bij Duurzame Leefomgeving. ‘Dat was toen een klein programmaatje met maar vijf mensen’, aldus Yge. ‘Ik heb daar het eerste Duurzaamheidsverslag van Rijkswaterstaat gemaakt én het energiedomein als speerpunt op de bestuursagenda gezet.’

Toen hij werd gevraagd om het Petaplan te trekken, twijfelde Yge geen moment. Dat plan richtte zich op samenwerking aan de vergroening van de infrabeheerders door opwek van hernieuwbare energie op rijksgronden. Het was een van de pijlers van pilotprogramma HER (Hernieuwbare Energie op Rijksgrond). Yge veert op: ‘Ik hou ervan om dingen die nog niet eerder gedaan zijn tot wasdom te brengen. Dat trekt mij enorm en vind ik het meest interessant. Maar ik zou mezelf geen pionier willen noemen. Ik kom net na die fase, bij de verdere ontwikkeling van plannen.'

Weerstand en groei

Over de vraag wat hem het meest is bijgebleven als hij terugblikt naar het begin van het pilotprogramma, denkt hij even na. Dan, resoluut: ‘Dat is de weerstand die er binnen de organisatie was. Die is kenmerkend bij een verandering. Je moet eerst door de weerstand heen. Maar we hebben er een succes van gemaakt door doelen neer te zetten en rekening te houden met de kerntaken van de organisatie. De steun van de toenmalige DG’s (Jan Hendrik Dronkers en Michele Blom) heeft echt geholpen. Ze hebben vol ingezet op de samenwerking met het Rijksvastgoedbedrijf, de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland en het ministerie van EZK.’

Nu, in 2024, had Yge niet gedacht dat het programma zo snel zou groeien. ‘Ik ben er echt verbaasd over. Je zag het gevecht om de ruimte in Nederland en het ‘not in my backyard’-gevoel over energieprojecten. Door de plannen van de RES (Regionale Energiestrategieën) ontstond er veel draagvlak voor energie op en langs de nationale infrastructuur. Dat vind ik echt een klein wonder.’

Niemand kan er meer omheen, elke automobilist ziet straks op de geschikte plekken een extra element naast de weg; zonnepanelen. 

Als kracht van het programma stipt Yge het meervoudig gebruik van de ruimte aan. ‘Een mooi voorbeeld zijn de knooppunten van snelwegen, waar zoveel meer mogelijk is. Daarnaast is de goede samenwerking met het Rijksvastgoedbedrijf en de Rijkdienst voor Ondernemend Nederland heel belangrijk voor het succes van OER. We hebben het spel goed gespeeld en gebruikgemaakt van het momentum in de samenleving. Niemand kan er meer omheen, elke automobilist ziet straks op de geschikte plekken een extra element naast de weg; zonnepanelen.’

Netcongestie

Met de kennis van nu had Yge destijds graag willen weten dat netaansluiting zo’n groot probleem zou worden. ‘Het Petaplan is uiteindelijk gestopt, maar dit was zeker reden geweest om door te gaan met de gezamenlijke ambitie om groene stroom op te wekken op rijksgronden.’ Netbeheer is belangrijk voor OER. Om gronden te kunnen tenderen voor energieprojecten is het van belang dat er op een termijn van twee tot drie jaar perspectief is op een aansluiting op het net. Is die er niet, dan wordt het riskant voor energieontwikkelaars om in de projecten te investeren.

Yge heeft het probleem van de netaansluiting de afgelopen jaren zien groeien en dacht mee over oplossingen. ‘We liepen er tegenaan dat we als rijksuitvoeringsorganisaties geen positie hebben om het probleem echt op te lossen. We kunnen geen ijzer met handen breken.’

Dan voegt Jan Overbeek zich bij het gesprek. Jan is technisch manager bij OER en neemt straks gedeeltelijk de werkzaamheden van Yge over. We vragen hem hoe we in de projecten omgaan met netaansluitingen. Jan: ‘Voor drie projecten gaan we alvast een aanvraag indienen voor een aansluiting. De plek op de wachtlijst dragen we over aan de energieontwikkelaar die het energieproject gaat uitvoeren. Of de exploitanten hier ook gebruik van gaan maken, weten we niet.

Een andere aanpak waarmee we experimenteren is het in kaart brengen van lokale alternatieve afzettingsmogelijkheden voor stroom. Denk dan aan industrie, energiehubs, cable pooling met windparken of laadinfrastructuur langs snelwegen. Die mogelijkheden geven we mee aan de energieontwikkelaar bij de gronduitgifte.’

Jan Overbeek

Ook Jan ziet netcongestie als het grootste risico voor de realisatie van OER-projecten. ‘Er is nog geen zicht op een oplossing van dit probleem. Hierdoor staat het belang van samenwerking met de netbeheerders weer hoog op de agenda.

De uitdaging van het aansluiten van energieprojecten op het net is heel groot. We hebben nog geen standaardaanpak hoe we dit voor OER-projecten kunnen oplossen, maar gaan uiteraard door met het experimenteren.’

Laat je niet beperken door problemen met de aansluitmogelijkheden; die zijn oplosbaar met creativiteit en samenwerking. 

Vooral doorgaan

Terug naar Yge. Heeft hij voor OER nog een advies voor de toekomst? ‘Jazeker’, antwoordt hij. Vooral doorgaan! Laat je niet beperken door problemen met de aansluitmogelijkheden; die zijn oplosbaar met creativiteit en samenwerking. De ruimtevraag blijft groot. Het multifunctioneel gebruik van rijksgronden voor de energietransitie blijft daarom een belangrijke maatschappelijke opgave. En heb je een goed idee voor de aanpak van maatschappelijke uitdagingen? Ga er dan mee aan de slag. Spring op treinen die voorbij komen en zet je talenten in op de dingen waar je energie van krijgt!’

Aan alles komt een eind. Met veel plezier heeft Yge vijfendertig jaar bij de rijksoverheid gewerkt. ‘Ik heb ontzettend veel leuke collega’s gehad en me nooit een minuut verveeld’. Vervelen gaat hij zich straks ook zeker niet. Nadat hij de kantoordeur achter zich heeft dichtgetrokken, zijn er kleinkinderen (in juni komen er twee bij) die op hem wachten. Hij is van plan om daar volop van te gaan genieten.

Afbeeldingen

Cookie-instellingen