In het programma OER werkt Rijkswaterstaat samen met het Rijksvastgoedbedrijf (RVB) en de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RVO) aan de voorbereiding van grootschalige energieprojecten op rijksgronden. Dat doen we in opdracht van het ministerie van Klimaat en Groene Groei (KGG). In deze interviewreeks bevragen we OER-collega’s over hun rol in het programma en wat hen drijft.

Het is een wat hectische tijd voor Astrid van Schaijk. Haar achttienjarige zoon staat op het punt het huis te verlaten om op kamers te gaan wonen. Even wennen dus. We spreken haar – midden tussen de verhuisspullen - over hoe ze haar werk bij OER ervaart.

Het is alweer twee jaar geleden dat Astrid de draaideur bij Rijkswaterstaat een zwaai gaf en bij OER aan de slag ging. Als omgevingsmanager heeft ze in het programma een aantal projecten onder haar hoede in de regio Oost-Nederland. Astrid: ‘Ik werkte hiervoor 21 jaar bij de Veiligheidsregio Gelderland-Midden waar ik me bezighield met de risicobeheersing van klimaatrampen zoals natuurbranden en overstromingen. Toen leek dat nog allemaal fictie maar inmiddels wordt het steeds meer werkelijkheid.’ Het zette haar aan het denken waarop ze besloot meer te gaan doen aan het voorkomen van die rampen en zich in te zetten voor een duurzamere wereld.

Het mooie is dat de OER-projecten erg dynamisch zijn.  

‘Ik ben blij dat me dat gelukt is en dat ik nu bij Rijkswaterstaat hieraan een bijdrage lever’. Astrid vertelt verder: ‘Het mooie is dat de OER-projecten erg dynamisch zijn. Er zijn veel verschillende belangen die we willen verenigen in één project. Dus niet alleen maar duurzame energie maar bijvoorbeeld ook financiële participatie, ecologie en landschappelijke inpassing. Dat maakt het complex maar tegelijkertijd zo leuk en uitdagend.’

Bouwstenen

Naast omgevingsmanager is Astrid ook projectleider van het OER-brede project Bouwstenen landschappelijke inpassing. Hierin wordt gewerkt aan bouwstenen die iedereen straks in projecten kan gebruiken. ‘We hebben al een groot aantal projecten gedaan waarvan we veel geleerd hebben. De vraag is steeds: hoe landen alle aspecten en belangen in de ruimtelijke ontwerpprincipes? Daarbij zijn de omgevingswaarden vanuit de typologie van het landschap, maar ook de ontwerp- en veiligheidseisen van de snelweg, belangrijke uitgangspunten. Met dit project maken we generieke bouwstenen voor de landschappelijke inpassing en beschrijven we daarnaast het proces hoe tot een goede afweging van belangen te komen.’

De bouwstenen zijn voorbeelden en bedoeld ter inspiratie. ‘Daar kunnen provincie, gemeente en ontwikkelaar gebruik van maken. We zijn bezig om voor meer thema’s standaarden te ontwikkelen. Samen met het IPLO (Informatiepunt Leefomgeving) hebben we bijvoorbeeld ook bouwstenen gemaakt voor de keuze van het bevoegd gezag en de planologische borging.’

We zijn nog steeds aan het leren binnen OER. Ik ben van huis uit chemisch technoloog, waarbij je experimenten in een lab opschaalt naar grote processen in de industrie. Ik zie dat terug bij OER.  

Typerend voor OER vindt Astrid de ruimte die ze krijgt om te experimenteren. ‘We zijn nog steeds aan het leren binnen OER. Ik ben van huis uit chemisch technoloog, waarbij je experimenten in een lab opschaalt naar grote processen in de industrie. Ik zie dat terug bij OER. We zijn voortdurend bezig met het ontwikkelen en uitvoeren in de praktijk, evalueren en het opschalen en borgen daarvan in ‘processen’.

Samenwerking

Over de samenwerking met verschillende partijen is ze heel tevreden. ‘In Gelderland staat de provincie open voor een projectbesluit, of sluit ook actief aan als daar niet voor wordt gekozen. Bij sommige projecten moeten we de gemeenten wat meer activeren en duidelijk maken dat we komen helpen, maar dat het uiteindelijk wel hún project is. Maar meestal lukt dat goed.’

Als we het hebben over waar ze trots op is, begint Astrid te stralen: ‘Op mijn twee zoons natuurlijk! Eentje vliegt deze week uit en heeft toch maar mooi een kamer weten te bemachtigen. En de andere zit regelmatig in Noorwegen waar zijn vriendin woont’. Daarnaast vindt ze het van zichzelf wel stoer dat ze na zo’n lange tijd bij de Veiligheidsregio durfde over te stappen naar Rijkswaterstaat. ‘Ik ben heel blij dat dat gelukt is en dat ik nu met zo veel plezier bij OER werk.’

Van experimenteren naar schaalvergroting

‘Wat ik wens voor OER is dat we de komende periode een goed fundament bouwen. We hebben eerst in het veld geëxperimenteerd en nu moeten we naar die schaalvergroting toe. Daar hebben we een goed fundament met bouwstenen voor nodig waar we allemaal gebruik van kunnen maken. Zo kunnen we veel sneller projecten optuigen en afronden. Ik denk dat we meer tijd moeten nemen om te reflecteren op waar we tegenaan zijn gelopen, wat er goed ging en wat we nu nog nodig hebben.’

Nu het huis wat leger wordt en ze straks meer tijd en ruimte krijgt, wil Astrid onderzoeken wat ze nog meer voor de maatschappij kan betekenen. Misschien iets in de politiek, op het gebied van duurzaamheid? Ze is er nog niet helemaal uit, maar vaststaat dat ze volop geniet van de  inspirerende omgeving die OER haar nu biedt.