“Nederland schakelt over op duurzaam vervoer: in 2050 is al het vervoer emissieloos. Dat hebben we afgesproken in het Klimaatakkoord. In 2030 verwachten we bijna 2 miljoen elektrische auto’s op de Nederlandse wegen. Al deze duurzame voertuigen moeten opgeladen worden. Dat kan alleen met een goed en dekkend laadnetwerk. De Nationale Agenda Laadinfrastructuur (NAL) werkt sinds 2019 aan deze opgave.”
(bron: www.agendalaadinfrastructuur.nl)
Door Ir. Kai Giuseppin, Kennismanager Energietransitie bij Rijkswaterstaat
Het Rijk is verantwoordelijk voor het Nederlandse hoofdwegennetwerk. Daarbij hoort ook het mogelijk maken van de energietransitie op verzorgingsplaatsen – nu nog beter bekend als benzinestations. Door de huidige stijging in het aantal elektrische auto’s blijft de vraag naar snellaadcapaciteit op deze verzorgingsplaatsen tot 2050 toenemen, zeker aangezien ook de laadvraag van elektrische vrachtauto’s in deze periode zal stijgen.
Een toekomstbestendige netaansluiting
Op dit moment hebben de verschillende partijen op de verzorgingsplaatsen ieder nog hun eigen aansluiting op het elektriciteitsnet. Denk aan laadexploitanten, de shop en een restaurant. Maar hoe meer de behoefte aan elektriciteit groeit, hoe vaker deze partijen hun eigen aansluitingen moeten verzwaren. Dat is zonde van het geld, want we betalen de rekening hiervan als inwoners van Nederland met zijn allen. Bovendien wordt hiermee de kans om aansluitingen (en daarmee kosten) te delen, gemist. De uitdaging is om een toekomstbestendige netaansluiting aan te leggen, die in de groeiende elektriciteitsvraag van alle partijen op en om de verzorgingsplaats in 2050 kan voorzien. Deze aansluiting is bedoeld voor zowel de afname als de opwek van energie. Uiteindelijk is het de bedoeling om deze aansluiting te realiseren op bijna alle verzorgingsplaatsen in Nederland.
Het programma Stopcontact op Land
Bij het realiseren van zo’n toekomstbestendige, collectieve netaansluiting komen flink wat vragen kijken. In het pilot- en leerprogramma Stopcontact op Land (SOL) probeert het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat deze te beantwoorden. Zo onderzoeken we in dit pilot- en leerprogramma onder andere wat redelijkerwijs die elektriciteitsvraag in 2050 zal zijn. Maar ook welke afspraken, contracten, en wetgeving er moeten worden opgezet, en hoe een dergelijk project kan worden gefinancierd. Daarnaast is de technische realisatie van deze aansluiting, net als het beheer en onderhoud, iets waar we met het programma aan werken. En omdat veel dingen zich het beste laten leren in de praktijk, zijn we bezig met een pilotlocatie om de eerste toekomstbestendige netaansluiting neer te zetten.
Kennis opdoen en delen
We begeven ons met dit programma regelmatig op voor ons onbekend terrein. Samenwerking met andere partijen in de keten is daarom erg belangrijk. Aan de hand van de kennis die we opdoen, brengen we adviezen uit om de beleidsvorming te ondersteunen. Ook wordt de kennis zorgvuldig geïnventariseerd en omgezet in zogenaamde kennisproducten, die bedoeld zijn om alle betrokken partijen in hun kennisbehoefte te voorzien. Deze kennisproducten worden verzameld in de kennisbank op deze website. Als er wordt besloten over te gaan tot het daadwerkelijk bouwen van de toekomstbestendige netaansluitingen, is deze kennisbank ook voor dit implementatieprogramma van grote waarde.