Harm-Jan Idema van APPM leidt het consortium van advies- en ingenieursbureaus dat het pilot- en leerprogramma adviseert. Het consortium is ingehuurd om onderzoeksvragen vanuit het programma Stopcontact op Land te beantwoorden. Zo werkte het consortium onder andere aan het businesscasemodel, het technische ontwerp, vele vraagstukken rondom rollen en contracten en een online applicatie waarin gerekend kan worden aan de toekomstige energievraag op specifieke verzorgingsplaatsen. Het consortium bestaat uit adviseurs van APPM, Witteveen&Bos, CE Delft en Decisio.

Nieuwe ontwikkelingen. Innovaties. Van niets iets maken. Dáár krijg ik energie van.

Einstein zei ooit: ‘Life is like riding a bicycle. To keep your balance, you must keep moving.’ En zo is het ook met nieuwe ontwikkelingen en innovaties. Die vragen om beweging; steeds weer iets nieuws proberen. Opgedane inzichten toepassen. Dan kom je tot het mooiste resultaat.

Ook werken voor het programma Stopcontact op Land is een continue achtbaan van ontwikkelingen. Steeds weer nieuwe inzichten en verbeteringen. En dat heeft dit programma ook nodig: zonder die inzichten doen we geen nieuwe kennis op en blijven we te veel in het bestaande. De opgave is juist om voorbij de grenzen te denken, om zo een stevige bijdrage te leveren aan de energie- en mobiliteitstransitie.

De manier van werken draagt inherent bij aan het creëren van die beweging. Zorg bijvoorbeeld voor een divers projectteam met daarin verschillende achtergronden, vaardigheden en kennis. Zo is er binnen het programma SOL bijvoorbeeld technische kennis aanwezig, maar ook kwartiermakerij en kennismanagement. Wij als consortium hebben diepe technische en inhoudelijke expertise gecombineerd met sterke innovatiekracht en procesmanagement.

Geef iedereen daarnaast de ruimte om aan de slag te gaan, bijvoorbeeld door een bepaalde koers uit te werken. Pak het op als het aanslaat, en durf het los te laten als het niet lukt. En zorg daarbij voor een juiste projectomgeving en een goede samenwerking met alle betrokken partijen, want dat is minstens zo belangrijk. Elkaar ontmoeten, inspireren en de opgave collectief maken helpt daarbij. Het werkbezoek van het team van programma Stopcontact op Land en het consortium aan WattHub in Geldermalsen, waar snellaadpleinen voor vrachtwagens en bouwmaterieel worden gerealiseerd, voorzien van lokaal opgewekte wind- en zonne-energie, is hiervan het sprekende voorbeeld. Verbindend en inspirerend tegelijkertijd.

Natuurlijk vraagt een innovatief programma als Stopcontact op Land door de continue beweging veel van opdrachtnemer en opdrachtgever. Het vraagt gelijkwaardigheid en gedeelde wil om van het programma een succes te maken. Een open blik voor elkaars perspectieven en – in het geval van de opdrachtnemer – accepteren dat de koers en context kunnen veranderen. Zo bepaalden nieuwe inzichten met regelmaat de inhoud en richting van onze werkzaamheden. Dit kan vervelend zijn, wanneer je hard hebt gewerkt aan een bepaalde richting, en nieuwe inzichten je toch een andere kant uit sturen.

Andersom is het belangrijk om als opdrachtgever te begrijpen dat een nieuwe koers impact heeft op de scope van de opdracht. Een simpele vraag kan bijvoorbeeld zomaar twee dagen rekenwerk vragen. Om dit met elkaar aan te kunnen is verbinding nodig. Elkaar begrijpen, je samen verantwoordelijk voelen en hierover in gesprek kunnen. Dit betekent ook dat een opdrachtgever de kennis, kunde en suggesties vanuit een opdrachtnemer ten volle benut. Hierin hebben we elkaar in deze opdracht gelukkig goed kunnen vinden, en zo stond altijd de gezamenlijke opgave centraal.

Mijn grote overtuiging is dat de energie- en mobiliteitstransitie pas net begint. Een programma als Stopcontact op Land is een belangrijke stap in de goede richting, er zullen er nog vele moeten volgen. Organiseer die beweging, en altijd in goede verbinding, dan komt het echt van de grond.