Begin dit jaar is het Rijk gestart met een voorverkenning grootschalige opwekking zonne- en windenergie langs de A4-N14-A13 binnen het OER-programma. Het tracé loopt door stedelijk en natuurlijk gebied. Doel: uitvoering RES en klimaatdoelen halen. Status: project wordt deels gepauzeerd en deels toegevoegd aan andere OER-projecten.
In het kader van het programma Opwek van Energie op Rijksvastgoed (OER) is begin 2023 de voorverkenningsfase gestart voor het grootschalig opwekken van zonne- en windenergie langs de A4-N14-A13. Het OER-programma ondersteunt de uitvoering van de Regionale Energie Strategieën (RES) en heeft als doel bij te dragen aan het halen van de klimaatdoelen. In 2030 moet namelijk zeventig procent van onze elektriciteit uit hernieuwbare bronnen komen.
Het project A4-N14-A13 is een van de onderzoeksgebieden binnen OER. In deze voorverkenningsfase wordt onderzocht welke mogelijkheden er zijn om op deze locatie zonne- en windenergie op te wekken. Het tracé heeft een lengte van ongeveer 52 kilometer en loopt door zowel stedelijk gebied als beschermd open landschap. Het behoud van het beschermd provinciaal landschap is daarbij een belangrijk aandachtspunt.
Het onderzoek naar de potentie van dit gebied wordt uitgevoerd in samenwerking met verschillende partners waaronder Rijkswaterstaat, Rijksvastgoedbedrijf, Rijksdienst voor Ondernemend Nederland, de Provincie Zuid-Holland en verschillende gemeenten waaronder Leidschendam-Voorburg, Den Haag, Rijswijk, Midden-Delfland, Delft, Schiedam, Rotterdam en Pijnacker-Nootdorp.
Binnen het zoekgebied loopt het MIRT-project A4 Haaglanden waarbij de weg in de toekomst wordt verbreed. Medio 2023 is door minister Harbers van I&W besloten het MIRT-project te pauzeren vanwege de stikstofproblematiek. Op dit moment is er geen duidelijkheid hoe lang dit project stil zal liggen.
Voor Rijkswaterstaat is deze onzekerheid reden om ook het OER-project te pauzeren. Dat gaat om ongeveer de helft van het totale OER-project. De delen van het OER-project die buiten de wegverbreding vallen, zullen wel verder worden verkend. Waar mogelijk worden die delen ondergebracht in aangrenzende OER-projecten te weten de A4-N11, de A12 en de A20. Zo wordt voortgang behouden waar mogelijk.