Zonnepanelen langs de snelweg mogen de verkeersveiligheid niet in gevaar brengen. Op basis van onderzoek en leerervaringen heeft Rijkswaterstaat daar technische randvoorwaarden voor opgesteld. ‘Maar elke locatie is anders, dus uiteindelijk beoordeel je ter plekke of en hoe het veilig kan.’
Het doel van een snelweg is dat gebruikers zich er veilig en vlot kunnen verplaatsen. Bij het plaatsen van zonnepanelen langs de snelweg moet de verkeersveiligheid dus geborgd zijn. In het programma Opwek van Energie op Rijksvastgoed (OER) en de voorloper daarvan, de pilot Hernieuwbare Energie op Rijksgrond, heeft Rijkswaterstaat veel kennis opgedaan op dit gebied. Tijdens een OER-webinar deelden Marjet van Lent, Koen van de Langenberg en Guus van der Maas van Rijkswaterstaat die kennis.
Onderzoek en ‘learning by doing’
Marjet van Lent, adviseur Duurzame Energie bij Rijkswaterstaat, trapt af met een korte blik op de Regionale Energiestrategieën, waarin dertig regio’s in ons land kansrijke locaties zoeken voor wind- en zonprojecten. Het Rijk draagt daaraan bij door eigen grond ter beschikking te stellen, bijvoorbeeld langs snelwegen, vaarwegen of bij waterkeringen.
Sinds 2018 is in tien pilotprojecten al de nodige kennis en ervaring opgedaan, inmiddels lopen er dertig projecten. ‘In de pilot hebben we vooral gekeken hoe je een project aanpakt, wie je daarbij betrekt én hoe je het veilig doet’, zegt Marjet. ‘We hebben op het gebied van veiligheid veel geleerd door actief onderzoeken uit te zetten, bij kennisinstituten als TNO en Wageningen University & Research (WUR), in combinatie met ‘learning by doing’ in de projecten.’
Bermen veilig inrichten
De resultaten daarvan zijn vertaald in technische randvoorwaarden voor veiligheid, waaraan consortia die zonneprojecten langs snelwegen uitvoeren, zich moeten houden. Technisch adviseur Koen van de Langenberg legt uit wat dat betekent voor een veilige inrichting van bermen en voor lichtreflectie. ‘Bermen langs de snelweg hebben we in ons land in allerlei vormen en maten’, zegt hij. ‘In alle gevallen moet je er bij het plaatsen van zonnepanelen rekening mee houden dat ze de weggebruikers niet afleiden en dat ze hun zicht niet beperken.’
Rijkswaterstaat heeft richtlijnen opgesteld voor het ontwerp van snelwegen en een veilige inrichting van bermen. ‘Uiteraard moet je daaraan voldoen bij het plaatsen van zonnepanelen’, zegt Koen. ‘Zo moet er, afhankelijk van de maximumsnelheid op een weg, een obstakelvrije zone zijn van bijvoorbeeld 13 meter (bij 120 km/u) of 10 meter (bij 90 km/u). Als er een geleiderail staat of geplaatst wordt, gelden weer andere voorwaarden. Kernboodschap is dat elke locatie anders is, dus je beoordeelt altijd ter plekke, in samenwerking met collega’s uit de regio, of en hoe zonnepanelen veilig geplaatst kunnen worden.’
Weggebruikers niet verblinden
Reflectie door zonnepanelen mag er niet toe leiden dat weggebruikers verblind raken. Koen: ‘Op basis van onderzoek heeft TNO vuistregels opgesteld voor een eerste beoordeling. Een vuistregel is bijvoorbeeld dat het vergroten van de zijdelingse afstand van de panelen tot het wegdek, het aantal uren hinder per jaar drastisch vermindert.
Overigens blijkt uit het onderzoek dat in 65% van de gevallen zonnepanelen langs de snelweg geen hinder door reflectie opleveren, en in 95% van de gevallen minder dan 5 uur per jaar.’ Ook hier geldt, aldus Koen, dat de vuistregels alleen voor een eerste beoordeling zijn bedoeld, er is altijd verder onderzoek per locatie nodig. Positief is dat nieuwere zonnepanelen voor minder reflectie zorgen.
Brandpreventie en elektrische veiligheid
Een ander veiligheidsissue is brand. Onderzoeksresultaten hebben hier eisen opgeleverd die het risico op het ontstaan van brand verminderen, de impact van een eventuele brand verkleinen en goede incidentbestrijding bevorderen. Marjet: ‘Een voorbeeld van het eerste is dat er aandacht moet zijn voor vlamboogdetectie en dat bij inbedrijfstelling van een zonnepark een onafhankelijke inspecteur alles doormeet, een zogenoemde Scope 12-inspectie. Om de impact van brand te verkleinen adviseert de brandweer onder andere een minimale vrije ruimte van 50 cm tussen vegetatie en het zonnepaneel. Ook moet bekabeling vlamwerend vlamdovend worden uitgevoerd.’
Rijkswaterstaat heeft, aldus Marjet, ook laten onderzoeken welke eisen je aan zonneparken kunt stellen voor elektrische veiligheid en elektromagnetische compatibiliteit (EMC). Bij dat laatste gaat het erom hoe elektromagnetische interferentie (onderlinge beïnvloeding) voorkomen kan worden in hoeverre elektromagnetische straling vanuit zonnepanelen andere apparaten kan verstoren.
‘Ook hier heeft onderzoek diverse richtlijnen en keurmerken opgeleverd waaraan zonneparken langs de snelweg moeten voldoen’, zegt Marjet, ‘zoals dat er geen grote lussen in de bekabeling mogen worden toegepast. Naar de situatie waarin er een incident plaatsvindt bij een zonnepark, bijvoorbeeld dat er een auto tegenaan rijdt, doen we nog vervolgonderzoek. Een belangrijke nuance is overigens wel dat de kans op elektrocutie – dat iemand onder stroom komt te staan en overlijdt – erg klein is.’
Veiligheid in het project A6
Technisch manager Guus van der Maas laat aan de hand van het project ‘A6 Zon Lelystad Dronten’ zien hoe je de opgedane kennis in de praktijk toepast. ‘In alle fasen van het project, van de voorverkenning tot de planfase waarin we nu verkeren, kijken we hoe we de zonnepanelen optimaal kunnen inpassen, rekening houdend met beschikbare ruimte, ecologie en veiligheid’, zegt hij.
‘Dat betekent bijvoorbeeld dat je op het gebied van lichtreflectie al in de verkenningsfase aanbevelingen meegeeft voor het ontwerp en dat je in het technisch kader voorschriften opneemt waaraan exploitanten zich moeten houden.’ Hetzelfde geldt op het gebied van berminrichting, brandpreventie en elektrische veiligheid. ‘In het technisch kader houd je rekening met algemene normen, maar ook met locatiespecifieke vereisten’, zegt Guus.
Belangrijk is, zo werd benadrukt bij de vragen aan het einde van de webinar, dat Rijkswaterstaat eisen stelt waaraan exploitanten van zonneparken moeten voldoen, maar níet voorschrijft welke panelen moeten worden gebruikt. Die keuze is aan exploitanten zelf, binnen de gestelde kaders en normen.
Samenvattend merkt Marjet op dat er de afgelopen jaren veel geleerd is over de randvoorwaarden voor het veilig plaatsen van zonnepanelen langs snelwegen. ‘De belangrijkste les is misschien wel dat er geen one size fits all oplossing bestaat, het draait om maatwerk per locatie’.
Meer informatie en onderzoeksrapporten over zonnepanelen en verkeersveiligheid vind je op op deze plek op de OER-website.
Dit is een verslag van de webinar ‘Zonnepanelen langs de snelweg & Verkeersveiligheid’ van 28 november 2023. Kijk de hele webinar hier terug.