Zon op water heeft potentie, maar de voorbereiding van projecten vraagt wel om onderzoek

Lessen over zon-op-waterprojecten in het pilotprogramma HER

Over het pilotprogramma HER

Het pilotprogramma Hernieuwbare Energie op Rijksgrond (HER) is de voorloper van het programma Opwek van Energie op Rijksvastgoed (OER). HER startte in 2018 en liep door tot 31 december in 2023. Beide programma’s zijn samenwerkingen van het Rijksvastgoedbedrijf (RVB), Rijkswaterstaat (RWS) en de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RVO), in opdracht van het Ministerie van Economische Zaken en Klimaat. Het doel van het pilotprogramma is om samen met partners te leren hoe gronden in beheer bij Rijkswaterstaat optimaal ingezet kunnen worden voor de opwek van hernieuwbare energie op land voor de opgave van de RES-regio’s (Regionale Energiestrategieën) uit het Klimaatakkoord. In tien pilots, zijn kennis en lessen opgedaan over verschillende aspecten die bij de uitvoering van energieprojecten komen kijken, zoals leefomgeving, (verkeers)veiligheid, participatie en de aanpak.

Het realiseren van zon-op-waterprojecten is een andere opgave dan zonprojecten op land. Projecttrekkers en betrokkenen van de pilotprojecten Kreekraksluizen en Krammersluizen delen hun ervaringen en geleerde lessen uit deze twee pilotprojecten.

De potentie van zon-op-waterprojecten

Voor het opwekken van zonne-energie op water worden drijvende constructies met zonnepanelen geplaatst op de projectlocatie. Daar zitten veel voordelen aan, legt Sander Hoogewoning, projectmanager Kreekraksluizen bij Rijkswaterstaat uit: 'Water heeft veel potentie voor multifunctioneel ruimtegebruik. Zowel het Krammer- als het Kreekraksluizencomplex houden hun primaire functie voor de scheepvaart en het watersysteem. Daarnaast bieden de wateren rondom beide sluizencomplexen de mogelijkheid voor een drijvend zonnepark.'

Sander Hoogewoning

Maar wat betekent een zon-op-waterproject voor de ecologie of de veiligheid voor gebruikers van het gebied? Alwin Winkel, projectmanager bij het Rijksvastgoedbedrijf en contractmanager voor diverse OER-projecten, legt uit dat zon-op-waterprojecten andere uitdagingen hebben dan projecten op land: 'Zwemwaterveiligheid is bijvoorbeeld een belangrijk aandachtspunt. Elektra en water gaan natuurlijk niet goed samen', begint hij. 'Partijen moeten bereid zijn om te innoveren. Denk aan het (laten) ontwikkelen van specifieke constructies voor de zonnepanelen die nodig zijn voor zwemveiligheid én het behoud van waterkwaliteit.'

Alwin Winkel

Geleerde lessen

Investeer in onderzoek en voorbereiding

Bob Roessink werkt bij Rijkswaterstaat als technisch manager bij meerdere drijvende OER-projecten, waaronder de Kreekrak- en Krammersluizen. Hij benadrukt het belang van voorbereidend onderzoek voor een drijvend zonnepark, bijvoorbeeld om na te gaan of de plannen voor het park passen binnen de kaders van de Wet natuurbescherming en de Waterwet. 'Wat het extra uitdagend maakt, is dat drijvende zonneparken een nog relatief jonge ontwikkeling zijn. Het eerste drijvende zonnepark in Nederland met meer dan 1MWp (megawattpiek) is pas in 2018 gerealiseerd.'

Bob Roessink


Multifunctioneel ruimtegebruik vraagt om een goede voorbereiding. Liggen er kabels en leidingen in het gebied? Zijn er plannen voor ruimtelijke herinrichting? Wordt er gebaggerd in het gebied en zo ja, wanneer? De wateren rond sluizencomplexen worden naast de scheepvaart gebruikt door zwemmers en recreatieve vissers. De veiligheid moet geborgd zijn. Om zwemveiligheid te borgen waarschuwen we zwemmers met borden op het water en heel praktisch met een boeienlijn, waarachter mensen kunnen blijven zwemmen.'

Het project mag ook geen negatieve impact hebben op de natuur, vult Bob aan. 'Voldoende lichtinval op het wateroppervlak tussen de panelen is van belang voor de waterkwaliteit en het bodemleven. Verder moet er voldoende ruimte rondom het zonnepark zijn voor watervogels en voor vleermuizen om te kunnen foerageren.'

Door te starten met een breed onderzoek voorkom je verrassingen en vertraging in de uitvoeringsfase van projecten. 

Ontwikkeling van randvoorwaarden

In het pilotproject zijn randvoorwaarden ontwikkeld voor multifunctioneel gebruik van de projectlocatie. De randvoorwaarden vormen de basis voor de energieontwikkelaar, die het definitieve ontwerp maakt en het zonnepark realiseert. Ze zijn gebaseerd op wet- en regelgeving van de provincie (natuur), gemeente (ruimte en participatie) en Rijkswaterstaat (waterkering en watersysteem). 'Bij de Kreekraksluizen hebben we nauw contact met de water(kering)beheerder en vergunningverlener over wat er wel of niet mag plaatsvinden op en rond de oevers van de waterkering en in het watersysteem', vertelt Sander. 'De drijvende panelen en verankering in de bodem moeten op de nodige afstand blijven van de waterkering, zodat deze goed kan blijven functioneren.'

Sander benadrukt dat de investering in de ontwikkeling van randvoorwaarden nuttig is geweest: 'Omdat drijvende zonneparken zo nieuw zijn, zetten de kaders die je nu ontwikkelt de toon voor toekomstige projecten. Daar moet je je bewust van zijn en dat vraagt om zorgvuldige keuzes.'

Samenwerking

Een goede samenwerking met de betrokken gemeenten is essentieel. Alwin licht toe: 'Beleid maken en door de raad laten vaststellen kost een gemeente nu eenmaal tijd, daar moet je ruimte voor organiseren. Als je een gemeente voor het blok zet of te veel druk uitoefent, gaat het tegen je werken. Door te participeren en mee te denken krijg je samen iets voor elkaar. Zo is het drijvend zonnepark van Kreekraksluizen nu opgenomen in de structuurvisie van gemeente Reimerswaal.'

Elk project vraagt om maatwerk

Het projectteam heeft ervaren dat elk zon-op-waterproject weer anders is. Eén standaardaanpak werkt niet, er is ruimte voor maatwerk nodig. 'Het helpt wel om de kennis en randvoorwaarden die we hebben ontwikkeld vast te leggen in een stappenplan zodat toekomstige projecten een basisaanpak hebben. In dat stappenplan geef je ook mee wat voor soort onderzoek er nodig is', aldus Bob.  

Tot slot geven Sander en Bob aan dat ze het belangrijk om hun lessen te delen. Sander: 'Zo helpen we andere projecten van het programma OER of initiatiefnemers voor andere hernieuwbare energieprojecten in ons land. Door kennis te delen verbeteren we de kwaliteit van projecten en kunnen we samen meer tempo maken met de energietransitie!'

Afbeeldingen

Cookie-instellingen