De geënsceneerde snelweg
De omgeving van de A6 heeft alles wat het landschap van Flevoland zo bijzonder maakt: lange lijnen, ruimte, zicht op innovatieve landbouwbedrijven, het Oostvaardersplassengebied, de
bebouwing van Almere en Lelystad en de IJsselmeerdijk. Wat deze snelweg uniek in Nederland maakt, is dat de weg gelijktijdig met het landschap waar hij doorheen gaat ontwikkeld is. Daarbij is goed nagedacht over de uitstraling van de weg, en het zicht vanaf de weg over het landschap.
Het project voor zonne-energie langs de A6 wordt afgestemd op deze kwaliteit van de snelweg. Dat betekent dat het zicht op het landschap, met name op enkele specifieke locaties gegarandeerd blijf, en dat een aantrekkelijk en afwisselend beeld vanaf de weg ontstaat.
Drie karakteristieke deeltrajecten
Het onderzoeksgebied bestaat uit drie karakteristieke deeltrajecten:
- Langs de IJsselmeerdijk: Dit traject start bij aansluiting 11, waar de bocht richting de IJsselmeerdijk wordt ingezet, tot aan de Ketelbrug. Het zuidwestelijke deel van dit traject ligt nog niet daadwerkelijk langs de dijk, maar rijdend op de weg word je daar al wel op voorbereid. Dit traject loopt langs de randen van het agrarische gebied van de gemeente Dronten, en doorsnijdt gebieden waar nog oude rivierduinen en oeverwallen in de bodem aanwezig zijn, herkenbaar gemaakt in bosstroken. Het ruimtelijke beeld van het traject wordt gedomineerd door de prachtige IJsselmeerdijk, met daarachter de prominent aanwezige windturbines.
- De groene boog rond Lelystad: Dit traject loopt van de aansluiting 9 Anthony Fokkerlaan, tot knooppunt 11 Lelystad Noord. Het traject maakt een ruime bocht rond Lelystad. Ook dit traject bestaat weer uit verschillende scenes met variatie in meer open- en beslotenheid. Typerend aan dit traject is dat de snelweg hier veel meer een autonoom karakter heeft. De weg is ingeplant met (laan)beplanting en reageert minder op het omringende landschap.
- Langs het Oostvaardersplassengebied: Dit traject, van knooppunt 8 Almere-Oostvaarders tot aan de nieuwe knooppunt 9 Anthonie Fokkerweg, gaat enerzijds langs het Oostvaardersplassengebied en aan andere zijde langs het agrarische polderlandschap. Het is een gevarieerd traject, met grote verschillen tussen openheid en beslotenheid. Het meest open deel noemen we het Venster op Nationaal Park Nieuw Land, met zicht richting Oostvaardersplassen en zicht richting het agrarische landschap. Waar de weg langs de bossen gaat is het karakter meer besloten. Ten noorden van de weg liggend de Lage Vaart en de hoogspanningskabels parallel aan dit tracé.Langs dit deel van de A6 staat geen verlichting. Typerend voor dit traject is dat de weg hier zeer landschappelijk is; ‘onder de weg doorloopt’ en ‘meekleurt’ met de weg.
De verschillende paneelopstellingen houden rekening met de karakteristieke deelgebieden, en versterken de diversiteit en herkenbaarheid.
Vloeiend lengteprofiel en ruimte bogen
De A6 is zo ontworpen dat het nooit saai wordt. De weg ligt niet recht in het landschap, maar is steeds licht gebogen, met ruime boogstralen. De meest kenmerkende bogen worden gevormd door de ruime bocht rondom Lelystad ingepakt in groen, en de ruime bocht richting de IJsselmeerdijk, begeleid door de windturbines langs de kust. Het vloeiende en bochtige verloop van de weg zorgt voor afwisseling van beleving; doordat je vanaf de weg vooral richting buitenbocht kijkt wordt het zicht automatisch afwisselend naar weerszijden van de weg gestuurd.
De verschillende varianten voor zon langs de A6 versterken waar mogelijk deze kwaliteit door de bochten te benadrukken.
Royaal dwarsprofiel met afwisselend beplante en onbeplante bermen
De snelweg heeft over een groot deel van het traject brede (vrijwel) obstakelvrije buitenbermen. Ook de middenberm is over grote delen ruim bemeten, en varieert tussen circa 90 meter bij aansluiting Oostvaarders, tot circa 11 meter langs de dijk.
De midden-, en buitenbermen zijn afwisselend beplant en onbeplant, waarbij de aansluiting wordt gemaakt met het open, of juist groen besloten landschap in de omgeving.
Rustig en open wegbeeld
De ruime opzet van het dwarsprofiel van de weg zorgt ervoor dat er weinig geleiderails nodig zijn aangezien er ruimte genoeg is voor een obstakelvrije zone. Dit vergroot de ervaring van een weg door het landschap. Niet alleen is er heel zuinig omgegaan met geleiderails langs de weg, ook ander wegmeubilair, zoals verlichting, portalen, verkeersborden ontbreekt over grote delen. Dit zorgt voor een rustig en open wegbeeld, met veel ruimte om het omringende landschap te beleven. Het ontbreken van verlichting over grote delen van het traject heeft ook een grote waarde voor de natuur, het kan hier nog echt donker zijn. Ook zijn er weinig geluidsschermen langs de weg.
Het plangebied
Het plangebied
Het onderzoeksgebied loopt van knooppunt 8 Almere-Oostvaarders tot aan de Ketelbrug, en heeft daarmee een lengte van circa 30 kilometer. De A6 is hier ruim opgezet met brede bermen tot 90m breed, en veel ruimte binnen de aansluitingen. In eerste instantie wordt dan ook gekeken naar de mogelijkheden voor de opwekking van zonne-energie op gronden in beheer bij Rijkswaterstaat.
Beschikbare ruimte in de bermen
De totale oppervlakte van de bermen langs de A6 binnen het onderzoeksgebied bedraagt ongeveer 400 hectare. Lang niet alles daarvan komt echter in aanmerking om ontwikkeld te worden als zonneveld. Allereerst is een deel van dit gebied niet geschikt omdat er ruimte vrij moet blijven aan weerszijden van de weg waar een geleiderails moet staan. Daarnaast zijn er nog beheersstroken, en zijn er delen waar het simpelweg te smal is voor zonnepanelen. Ook vanuit de eerder besproken landschappelijke kernkwaliteiten wordt een deel van de beschikbare ruimte uitgesloten van zonnepanelen: zo blijft (een deel van) de beplanting in de bermen behouden, en worden er geen panelen in het zichtvenster op het Nationaal Park Nieuw Land geplaatst. Het behouden van deze beplanting is vastgelegd in eerder plannen en visies, ten behoeve van de verbreding van de A6. Al met al leidt dit ertoe dat er circa 155 hectare aan potentieel geschikte grond overblijft binnen de bermen van de weg.
Kansen en aanknopingspunten
Zonnepanelen worden vaak niet als heel mooi ervaren. Toch zijn er kansen te benoemen waardoor ontwikkelingen met zonne-energie de snelweg juist nieuwe waarde kunnen toevoegen, nog boven op het feit dat er duurzame energie wordt opgewekt.
Versterken ecologische waarden
Het behouden van bestaande kwaliteiten is één ding, maar deze ontwikkeling biedt mogelijk ook kansen om juist de ruimtelijke kwaliteiten te vergroten. Gedacht kan daarbij bijvoorbeeld worden aan het aanbrengen van waterpartijen en rietoevers langs panelenvelden, of het inzaaien van gebieden met een bloem- en kruidenrijk zaadmengsel.
Landart in de polder
Flevoland kent een rijke traditie van landschapskunst in de polder. Zonnepanelen langs de A6 zouden hier, mits op een creatieve en kunstzinnige manier toegepast een prachtige bijdrage aan kunnen leveren. Enkele varianten binnen deze studie geven aanknopingspunten om hierbij aan te haken, maar zijn in dit stadium nog niet concreet uitgewerkt. Dit wordt in de tekst aangegeven.
Opwekken bij het verbruik
Het bepalen van de haalbaarheid van de verschillende varianten hangt af van diverse factoren. Hierbij zijn ook de bestaande ruimte op het energienetwerk en de afstand tot een aansluitmogelijkheid van belang. Er zijn langs de snelweg meerdere potentiële afnemers van opgewekte stroom, zoals bedrijven, huishoudens en laadinfrastructuur voor elektrisch vervoer. Er is een groeiende vraag naar elektrische laadpunten, zeker ook langs snelwegen. Het koppelen van opwek en verbruik is een hele logische gedachte en zal in de verkenning worden onderzocht. Dit is echter niet in specifieke varianten uitgewerkt, omdat dit losstaat van de ruimtelijke inpassing en op meerdere fronten nog in onderzoek is. Gedurende het verkenningstraject is er oog voor dergelijke kansen zonder dat ze direct in de variantenstudie te zien zijn.
Het inzetten van gronden en gebouwen grenzend aan het plangebied
Naast de koppeling tussen opwek en verbruik is het benutten van de ruimte op gronden en gebouwen grenzend aan het plangebied ook een logische kans. Maar omdat de variantenstudie zich richt op gronden in beheer van Rijkswaterstaat zijn deze kansen niet in de varianten weergegeven. Mocht het zo zijn dat de koppeling met naastliggende gronden en gebouwen bepaalde varianten haalbaarder of wenselijker maakt, dan zal in het verkenningstraject naar deze mogelijkheden/opties gekeken worden. Een voorbeeld van dergelijke gronden is bijvoorbeeld de IJsselmeerdijk die in beheer is bij het waterschap.
Ben u benieuwd naar de modellen? Klik hier.